dinsdag 16 oktober 2018

Van Barlonyo naar huis

Terwijl op de achtergrond een jazznummer van Art Tatum speelt, gaan de laatste dagen van mijn  trip naar Oeganda door mijn hoofd.

Zondagavond hadden we een gezellig etentje met het hele ACSET Uganda team. Tijdens het betalen weigerde de visa betaalmachine enkele keren en betaalde ik uiteindelijk maar cash. Twee dagen later ontdekte ik dat ik -naast de uiteindelijke contante betaling- nog zeker drie keer met mijn visa kaart betaald had. Het bijzondere is dat je dan door de manager van het restaurant meegenomen wordt naar de banken waar de dubbele betalingen mogelijk zijn binnengekomen. Je krijgt daar gewoon alle uitdraaien van die dagen te zien. Heerlijk open allemaal! Ook al zijn mijn afschrijvingen nog steeds niet bij mij bijgeschreven hahaha. Maar goed, in Oeganda kan je gelukkig nog met 11 mensen eten en drinken voor €65,-. Thuis maar eens kijken of visa iets voor me kan betekenen.

Trots vertelt de eigenaar van deze tuin dat hij al 2 keer heeft kunnen oogsten. Normaal leeft hij van iets meer dan een euro per dag. De twee oogsten in nog geen 2 maanden tijd leverden hem al bijna €7 op. 

Maandag heb ik weer een groep bezocht die meedoet aan het WeLive-project. Hier waren de omheiningen om de moestuinen heen niet van hout en bamboe gemaakt, maar van stenen. Zelf gevormd en zongedroogd uit de plaatselijke klei. Niet elke deelnemer had zijn stenen goed gelegd, dus enig instortingsgevaar was aanwezig, maar in principe zouden deze tuinen een paar jaar langer kunnen meegaan dan die van bamboe. Een leuk eigen initiatief! 
Lucy, een van de stafmensen van ACSET, had in het begin van mijn trip -gedachteloos- onderweg een lege plastic fles uit mijn autoraam gegooid. Helaas is het behoorlijk gebruikelijk hier in Oeganda om het plastic afval gewoon op straat of uit het autoraam te gooien. Ik zette de auto in zijn achteruit en vroeg Lucy de fles weer op te rapen. In de dagen erna, wanneer we weer ladingen vuil zagen liggen, werden die plekken tot "Lucy places" omgedoopt. Op de laatste dag zei iedereen in koor: “Dat hebben we wel geleerd deze dagen, we gooien nooit meer iets uit het raam.” Het is misschien slechts een kleine druppel op een gloeiende plaat, maar toch…

Dinsdag vertrokken we met de auto vol met ACSET-collega's naar Barlonyo. Een dorp waar centraal een monument staat ter nagedachtenis aan een massaslachting door de LRA (The Lord’s Resistance Army/Het verzetsleger van de Heer), op meer dan 300 mannen, vrouwen en kinderen. Zoals ik ook merkte tijdens een bezoek aan Robbeneiland in Zuid-Afrika (waar onder andere Mandela heeft vastgezeten) is een gidservaring door overlevende(n) enorm aangrijpend. Wat zijn wij mensen toch bizarre wezens. In oorlogstijden zijn we blijkbaar in staat de meest afschuwelijke dingen te doen. In een paar uur tijd werd hier een kamp voor vluchtelingen compleet afgeslacht; verbrand, onthoofd, verkracht, vermoord. Deze oorlog heeft meer dan twintig jaar geduurd. En zoals veel oorlogen zijn het de minder bedeelden die zwaar lijden, nu ook nog nadat deze opstand tegen de regering van Oeganda is geëindigd. In dit gebied was de laatste schermutseling in 2012. Veel van de deelnemers aan het Keukentuin-project hebben de verschrikkingen van de LRA aan den lijven ondervonden. Met een lange weg van herstel, hervinden van eigenwaarde, en wat nog meer nog in het verschiet. 
Monument ter nagedachtenis aan een massaslachting door de LRA (The Lord’s Resistance Army/Het verzetsleger van de Heer)
Woensdagavond vlieg ik terug naar Europa en bij het opstaan bemerk ik toch een lichte ontstentenis van mijn ingewanden. Dat eten met mijn handen is toch niet helemaal goed gegaan..... Ik vertrek vroeg voor mijn autorit van ruim 6,5 uur. De eerste 70 km weer de bekende diepe gaten in de weg, hoewel ik meen ondertussen iets meer ervaring te hebben in het ontwijken van de gaten, schudt het chassis van de auto soms gevaarlijk.

Zowaar word ik onderweg aangehouden door een agent in een smetteloos wit uniform: of ik het naar mijn zin heb in Oeganda, of ik die mooie nationale parken wel heb bezocht? “Goede reis meneer, alles is in orde!”  
30 km verderop de eerste zwaar bewapende agenten en soldaten op de weg. Ik draai mijn raampje open en roep met een dikke glimlach een “goede morgen” en geef een vuistje (een vriendelijke begroeting). Een wat volumineuze agente met haar Kalasjnikov losjes in haar handen, vraagt waar ik naar toe ga. Als ik antwoord: “Kampala”, wordt mij vriendelijk duidelijk gemaakt dat ik dan wel een van de aanwezige politieagenten mee kan nemen. Hmmm of ik nou sta te springen om de komende 250 km oom agent naast me te hebben zitten... Maar met een brede glimlach roep ik: “ach natuurlijk, wat leuk.” Ik duw de deur open en hop daar zitten we dan. De man, een hoge pief bij de politie, blijkt een beste vent te zijn. Hij moet naar een begrafenis van zijn oom. Onderweg roept hij me zo nu en dan om te stoppen en koopt hij gebakken bananen en spiesjes met wat onduidelijk vlees. Vriendschappelijk wil hij alles wel delen, maar ik vertel hem van mijn onstuimige darmen die ik maar net onder controle weet te houden vandaag. Smakelijk smakkend eet hij naast me alles op, en gooit natuurlijk alles door het raam naar buiten. Zal ik terug rijden en hem zeggen dat hij de boel moet opruimen......? 😀 
Als we moeten tanken en ik mijn cashgeld uit mijn sokken haal, ziet oom agent dat en begint hartelijk te schaterlachen en steekt zijn duimen omhoog. 👍 
Alle daaropvolgende wegblokkades passeren we -met deze man naast me- met gemak. Stoppen hoeft niet meer, we zwaaien vluchtig en gassen verder door. 
Handelswaar...

Moe maar voldaan kom ik aan op de luchthaven. Helaas wil de douane geen oogje dichtknijpen voor het flesje heerlijke olie dat ik van een van de groepen heb meegekregen om thuis aan mijn vrouw te geven. Ik druk de man op het hart het niet weg te gooien, omdat de kwaliteit van deze olie, zo proefde ik zelf, echt fantástisch is. “Maak dan in ieder geval uw partner er blij mee.” Tja, mijn motto “always travel light” kent zo zijn nadelen, volgende keer toch de koffer maar inchecken.

Oeganda, bedankt voor uw gastvrijheid. ACSET Uganda, onze partner ter plaatse, bedankt en tot snel weer ziens! Jullie hebben een goede formule in handen om met kleine stappen de mensen te leren zelf het heft weer in handen te nemen, en weer met trots de schouders te kunnen rechten.
Hieronder nog wat beelden uit dit prachtige land! Wil je met 1 druk op de knop dit project steunen? Ik steun WeLive!

Tot gauw!
Jan – oktober 2018